(EN below)
De wereld lijkt zichzelf in een draaikolk van geweld te verliezen en wij lezen erover in de krant of kijken ernaar via de bedrieglijke nabijheid van een scherm. En als het ook nog eens de verhoudingen in onze eigen stad gaat beinvloeden speelt het ineens een rol in onze directe omgeving, zoals onlangs het geval leek bij de aanslag op het leven van Zweedse toeristen hier in Brussel.
Ernaar kijken en erover nadenken voelt een beetje als langs de zijlijn staan van een belangrijke voetbalwedstrijd, maar dan een hele lelijke. We kunnen alleen `boeh!` roepen of aanmoedigen. Ik begin er vragen door te stellen, of misschien zeg ik beter dat de vragen die er eigenlijk altijd zijn luider klinken in mijn geest.
Wat is het nut van wat ik doe? Moet ik niet meer doen, andere dingen doen? Hoe kan kunst nu relevant zijn in een wereld waarin mensen hulp nodig hebben, vechten voor hun leven, vechten tegen elkaar, waarin we er niet in slagen om de woede te kanaliseren op een manier die niet allesverwoestend is?
Misschien moet ik mee gaan protesteren, de straat op, uit die eigen bubbel stappen, voluit in de relatie tot anderen. Het zit me dwars wanneer ik besef dat de aankondiging van een protest totaal aan mij voorbij is gegaan en ik niet heb kunnen meehelpen om collectief een punt te maken. En ja, ik denk dat het een goed idee is dat ik soms, wanneer het voor mijn gevoel zin heeft, meestap in de stoet.
Maar dat is geen volledig antwoord op mijn vraag. Ik voel dat ik ook aan mijn eigen pad moet vasthouden. En dat heeft vooralsnog met kunst te maken. Onlangs sprak ik met een vriendin over haar ervaring van de Covid-periode. Zelf is ze danseres. Een van de dingen die ze had ingezien is dat haar kunst in tijden van crisis niet als noodzakelijk wordt beschouwd. Cultuurhuizen zagen zich gedwongen de deuren te sluiten en alles lag stil. Alleen winkels die voedingswaren en andere urgente zaken verkochten bleven open. `Wat ik doe is misschien niet noodzakelijk`, zei ze, `maar wel essentieel`. Dansen gaf haar het gevoel in leven te zijn en ze voelde dat het ontbrak. En daarbij wilde ze haar publiek ervaringen bieden die buiten de routine van alledag stonden.
Het doet me denken aan een van mijn eigen ervaringen tijdens diezelfde periode. Nadat alles voor een eerste keer gesloten was tijdens een lockdown, liep het kraakpand waar we op dat moment werkten leeg. Alle collectieven en organisaties gingen naar huis en een enorme ruimte werd niet gebruikt. Een van die organisaties besloot het pand open te stellen voor vluchtelingen die geen dak boven hun hoofd hadden. Er begon een nieuwe fase, waarin een heel aantal mensen zich enorm inzette om anderen een woonplek te bieden. Ook voor mij en de mensen waarmee ik toen projecten deed opende zich een deur om iets anders te doen met onze muziek en kunst. We organiseerden er eens een concert dat open was voor alle publiek en natuurlijk ook voor degenen die er woonden. De verschillende groepen mensen mengden niet automatisch en de ene persoon zocht meer het contact op dan de andere. Maar één van de ontmoetingen in die weken en ook die avond staat me bij. Een van de jongens die woonden in het gebouw was betrokken en hielp ook mee bij de voorbereiding van het podium en de ruimte voor deze activiteit. Nadat de muzikanten hun muziek gespeeld hadden, mensen met elkaar hadden zitten kletsen, er nog andere muziek was gedraaid door verschillende mensen in de zaal en wij weer aan het afbouwen waren, zei hij iets over de avond dat ik niet zal vergeten: `It made me feel the possibility that I can be happy again`. Die ene opmerking gaf ons het gevoel dat we met iets zinvols bezig waren.
Van de ene kant is kunst maken, of het nu muziek is, tekst, een performance of iets anders, een band aangaan met jezelf. Ik word erdoor gedwongen om de tijd te nemen, werkelijk over iets te voelen en daarom na te denken, en daarin zo eerlijk mogelijk te zijn. Het is in die zin een onderzoek waarin je je positie ten opzichte van jezelf en ook je omgeving bevraagt. En dat brengt genot, worsteling, verrassing, verandering, ja een gevoel van in leven te zijn en in een beweeglijke wereld te staan.
Van de andere kant is het een relatie met een ander van zodra je het met iemand deelt. Met iets wat je toont stel je een vraag, geef je een mening, toon je een mogelijkheid of spreek je diegene troostend toe en alles wat nog mogelijk is.
Voor mij is de vraag nu hoe ik via wat ik maak dat gesprek aanga. Wat voelt als relevant en hoe kan ik mezelf blijven uitdagen om werkelijk iets te maken dat iets teweeg brengt bij al is het maar één persoon? Ik denk dat ik daarmee moet concluderen dat het antwoord op mijn vraag een nieuwe vraag is…
(EN)
The world seems to be losing itself in an eddy of violence and we read about it in the newspaper or watch it through the deceptive proximity of a screen. If it starts to influence relations in our own city, it suddenly also plays a role in our immediate environment, as recently seemed to be the case with the attack on the lives of Swedish tourists here in Brussels.
Watching it and thinking about it feels a bit like standing on the sidelines of an important football match, albeit a very ugly one. We can only shout, 'boo!', or make encouraging noises. I start asking questions, or perhaps I should say that the questions that are always there sound louder in my mind right now.
What is the point of what I do? Shouldn't I do more, do other things? How can art be relevant in a world where people need help, are fighting for their lives, are fighting against each other, where we are failing to channel the anger in a way that is not devastating?
Maybe I should join the protest, take to the streets, step out of my own bubble, fully engage in relationships with others. It bothers me when I realize that the announcement of a protest completely passed me by and I was not able to help make a collective point. And yes, I think it's a good idea that sometimes, when I feel that it makes sense, I join the march.
But that's not a complete answer to my question. I feel that I also have to stick to my own path. And for the time being, it has to do with art. I recently spoke with a former neighbor, who is a dancer herself, about her experience of the Covid period. One of the things she had realized is that her art is not considered necessary in times of crisis. Cultural centers were forced to close their doors and everything came to a standstill. It was only the shops that sold food or other urgent matters that stayed open. “What I do may not be necessary,” she said, “but it is essential.” Dancing made her feel alive and she felt it was missing. Moreover she wanted to offer her audience experiences that stood outside of the ordinary.
It reminds me of one of my own experiences during that same period. After everything closed for the first time during a lockdown, the squat where we were working at the time became empty. All collectives and organizations went home and a huge space was not used. One of the non-profit organizations decided to open the building up to refugees who had no roof over their heads. A new phase began, in which a large number of people made great efforts to offer others a place to live. A door also opened for me and my colleagues to do something different with our music and art. We once organized a concert in the building that was open to the public and of course to those who lived there. The different groups of people did not automatically mingle, and some people seek contact more easily than others do. But one of the encounters during those weeks and that evening stands out in my memory. One of the boys who lived in the building was involved and helped prepare the stage and space for this activity. After the musicians had played their music, people had been chatting with each other, other music had been played by different people in the room and we were cleaning the space, he said something about the evening that I will not forget: 'It made me feel the possibility that I can be happy again.` That one comment made us feel like we were doing something meaningful.
On the one hand, making art, whether it is music, text, a performance or something else, is creating a bond with yourself. It forces me to take my time, to really feel and think about something, and to be as honest as possible. In that sense, it is a study in which you question your position in relation to yourself and your environment. And that brings pleasure, struggle, surprise, change, yes, a feeling of being alive and standing in a moving world.
On the other hand, it is a relationship with someone else as soon as you share it with others. With something you show you ask a question, give an opinion, show a possibility or speak to the person comfortingly and everything else that is possible.
The question for me now is how I enter into that conversation through what I make. What feels relevant and how can I continue to challenge myself to really create something that makes a difference for even just one person? I guess I have to conclude that the answer to my question is a new question...
Comments